
Van brommende Brossel tot geluidloze e-bus: een vergelijking
DOSSIER: één eeuw busvervoer
BUSWORLD
Hoe is de bus in 60 jaar veranderd? Het verschil tussen het mechanische en het spartaanse van een Brossel Jonckheere en het elektronische en comfortabele van een elektrisch aangedreven Iveco E-Way is immens.
1
Brossel Jonckheere
Een bus van toen
Met Bastien Altdorfer, product manager bij Iveco Bus en in zijn vrije tijd chauffeur van een Brossel Jonckheere uit 1965 bij Patrimoine Bus & Car, stappen wij in de alom bekende streekbus van weleer. Tussen februari 1966 en april 1978 reed deze Brossel Jonckheere onder andere in Brabant, wat meteen de tweetalige opschriften in de bus verklaart.
Het is een ‘standaardbus type II’ van de voormalige Buurtspoorwegen (NMVB). Daarvan reden er honderden rond in uiteenlopende uitvoeringen, zo ook dit exemplaar met achteraan geplaatste Leyland-motor. Destijds waren het de eerste bussen waarin de dynamo voor het opladen van de batterijen was vervangen door een alternator met elektronische regelaar.
Nog een trapje hoger in deze hogevloerbus zet Bastien zich achter het stuur. Het zitcomfort is beperkt, de zetel beweegt niet, te nemen of te laten. De zijspiegels zijn klein en moeten manueel perfect worden afgesteld om nuttig te zijn. De contactsleutel induwen, starten en de zwaar ronkende dieselmotor minutenlang stationair laten draaien alvorens wij de rit in de omgeving van Bergen aanvatten.
Geen stuurbekrachtiging en ander remsysteem
Vanaf het eerste manoeuvre moet er aan het stuur worden gesleurd en gedraaid want stuurbekrachtiging was er nog niet. “Nochtans was deze Brossel Jonckheere voor zijn tijd al een moderne bus met een halfautomatische versnellingsbak terwijl de meesten nog handgeschakeld waren. Je moet die bus echt aanvoelen, rustig schakelen, luisteren naar de motor en die motor ook de nodige tijd geven om te schakelen en te accelereren”.
“Je moet er echt defensief mee rijden. Het duurt wat voor zo’n bus op snelheid komt maar daarna houdt zij dat tempo mooi aan. Maar, je remafstand wordt flink groter én het remsysteem functioneert totaal anders. Je verliest lucht bij het remmen en wanneer je te veel remt, kan de bus op hol slaan”.
Onder andere door de keiharde bladvering dokkert en hobbelt de bus over de straten met een geluidsniveau dat soms 80 dBA overschrijdt.
Hobbelen met keiharde bladvering
Van luchtvering kon je alleen maar dromen. Je hobbelt over kasseiwegen en betonplaten dankzij de keiharde bladvering. Wanneer de rijweg lichtjes helt, bromt de motor nukkig, stijgt het geluidsniveau in de bus tot meer dan 80 decibel en snuif je wat olie en uitlaatgassen. Bergaf gaat zalig maar dan is het extra opletten voor het tijdig afremmen.
“Rijden met zo’n bus was geen pretje voor de chauffeur”, geeft Bastien aan. “Die zat acht uren per dag op een primitieve stoel, moest constant sleuren aan zijn stuur om een straat in één of meer bewegingen in of uit te rijden en voortdurend alert zijn op wat er op straat gebeurde om tijdig te kunnen remmen. Maar, wie zijn bus door en door kende, kon er goed mee rijden en verhielp onderweg soms een klein mechanisch defect. Technologische snufjes en rijhulpsystemen waren onbestaande. Chauffeurs moesten lichten in- en uitschakelen of zelf de ruitenwisser even aanzetten want van intervalschakeling was nog geen sprake”.
“Rijden met een bus was destijds geen pretje”, vertelt Bastien Altdorfer.
2
Iveco E-Way
Op weg met een hedendaagse elektrische bus
Geluidloos glijden
Het contrast kan niet groter zijn wanneer wij in de nieuwste gelede, elektrische Iveco E-Way stappen die aan Voyages Léonard werd geleverd. Haast geluidloos, hoogstens fluisterend glijdt de e-bus door Barchon en Blégny.
Een ‘salon’ voor de chauffeur die plaats neemt in een afgescheiden stuurpost van waaruit hij op beeldschermen kijkt in plaats van in kleine spiegels te moeten turen. Het hendeltje om alle lijnfilmen individueel te verdraaien, heeft plaats gemaakt voor digitale lijnfilmkasten met een stuurdoos waarin alle mogelijke ritten via een USB-stick worden opgeladen. Haltes kunnen zonodig op schermen in de bus worden aangekondigd wanneer aangepaste software en tracking-systemen zijn geplaatst.
Maar, toch ook wat overeenkomsten tussen vroeger en nu. In tegenstelling tot de eerste lagevloerbussen zit de chauffeur opnieuw wat hoger voor een betere kijk op de weg.
Lage vloer en minder zitplaatsen
De bus heeft een lage vloer over de hele lengte en beschikt over een automatische oprijplaat voor rolstoelen en kinderwagens. Vroeger kon je een kinderwagen drie treden hoog optillen, een rolstoel was onbegonnen werk.
Passagierszetels zijn niet – zoals de voorbije decennia – met stof bekleed maar opnieuw getooid met (kunst-)leder. Opmerkelijk is wel dat men een halve eeuw geleden focuste op zoveel mogelijk zitplaatsen en een beperkt aantal staanplaatsen terwijl nu het aantal staanplaatsen zegeviert.
“Wij beseffen onvoldoende hoe de bus is veranderd, welke evolutie zich heeft voltrokken inzake milieuvriendelijke aandrijving, techniek, rijcomfort voor passagiers en hoeveel aandacht er nu gaat naar een ergonomisch verantwoorde werkplek voor de chauffeur”, geeft Bastien Altdorfer nog mee.
Bastien Altdorfer licht toe hoe de aandrijvingstechniek is veranderd van diesel, over trolleybus tot e-bus.
Brossel A91 DARH vs Iveco E-Way
Het zijspiegeltje van weleer is vervangen door een immens en gedetailleerd camerasysteem.
Het motorblok van weleer of de elektrische aandrijving?
Vroeger kon je de deuren van binnenuit openen met een noodhendel, nu kan het ook allemaal van buitenaf.
In de zestiger jaren werd er gefocust op het aantal zitplaatsen in een lijnbus, nu primeert het aantal staanplaatsen.
Deel dit artikel met uw collega's
ONTDEK OOK IN DIT NUMMER
CAR & BUS E-ZINE
Online magazine over collectief personenvervoer over de weg en groepstoerisme.
Nieuws of publiciteit?
Contacteer ons via magazine@fbaa.be
