VEILIGHEID: communiceren met fietsers en e-steppers

Af en toe verschijnen er berichten van aanrijdingen tussen bussen en fietsers. Anticiperen op risicosituaties, communiceren met richtingaanwijzers en handen evenals oogcontact houden met mekaar is onontbeerlijk om veilig samen de weg op te gaan.

Deel dit artikel met uw collega's

Ruben Elsen

Tips van FCBO-instructeurs

Jaarlijks is er een honderdtal verkeersslachtoffers bij aanrijdingen tussen bussen of autocars en fietsers. In 2023 waren het 97, in 2022 was er een piek tot 112. Verkeersinstituut Vias schrijft het relatief laag aantal ongevallen toe aan het feit dat buschauffeurs professionele chauffeurs zijn die doorgaans voorzichtiger rijden dan de gemiddelde bestuurder.

Een sensibiliseringsactie ter attentie van fietsers en e-steppers en een specifieke opleiding voor bus- en trambestuurders van de MIVB zorgde voor een daling van het aantal ongevallen tussen beide. In 2023 waren dat er 87 tegenover 109 in 2022. Dit is een daling van 20%, terwijl MIVB-bussen en -trams bijna een half miljoen kilometers meer reden en er opvallend meer fietsers en steppers rondtoeren in Brussel.

Hoe moet je je als bus- of touringcarchauffeur opstellen tegenover fietsers en e-steppers in het verkeer. Wij vroegen het aan Ruben Elsen en Benjamin Durie, de twee nieuwe instructeurs van het Sociaal Fonds, die meteen verwijzen naar de wegcode.

10 Tips van experts

magna laboris

1

Communiceer duidelijk en non-verbaal met fietsers. Gebruik richtingaanwijzers en maak eventueel een handgebaar ter verduidelijking.

quis sint

2

Maak steeds oogcontact met de fietser en geef eventueel knikje dat hij zijn manoeuver mag uitvoeren.

non ut

3

Bij een gelede bus is het gezichtsveld en de dodehoek ook groter dan bij een standaardbus.

officia ut

4

Gebruik je richtingaanwijzer om de halte te verlaten en kijk in je zijspiegel alvorens te vertrekken. Hetzelfde geldt voor het op- en afrijden van een rotonde!

5

Wees extra aandachtig bij het afslaan. Let op alle andere weggebruikers zowel binnen de rotonde als eromheen bij het oprijden en verlaten van de rotonde. Kijk op het juiste moment op de juiste plaats om te voorkomen dat u een fietser tegenkomt. Om op en af een rotonde te rijden, moet je heel veel aandachtspunten overschouwen.

6

Geef fietser tijd en ruimte bij het rijden op een gedeelde busstrook.

7

Op een gedeelde busstrook moet de fietser ook de specifieke verkeerslichten voor het openbaar vervoer respecteren maar hij weet dat niet altijd.

8

Realiseer je dat fietsers niet altijd goed begrijpen in welke verkeerssituatie zij zich bevinden.

9

E-steppers hebben meer een gevoelen van vrijheid en wurmen zich vaak egocentrisch en chaotisch door het verkeer, waardoor het vaak moeilijk is om erop te anticiperen.

10

Weet dat er sinds enkele jaren veel meer oudere fietsers de baan op zijn en dat zij soms trager reageren.

Fietsers en bromfietsers niet in gevaar brengen

Artikel 40ter bepaalt dat je fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen geenszins in gevaar mag brengen en dat je als chauffeur extra voorzichtig moet zijn in de buurt van kinderen en oudere fietsers. Zo moet je een zijdelingse afstand respecteren van minimaal 1 meter in de bebouwde kom en 1,5 meter daarbuiten. Oversteekplaatsen voor fietsers en bromfietsers mag je slechts met een matige snelheid naderen en je moet zonodig stoppen om hen te laten oversteken. Bovendien mag je die oversteekplaats niet oprijden wanneer de verkeersdrukte fietsers en bromfietsers belet om al rijdend gebruik te maken van de oversteekplaats.

Weet ook dat de verkeersborden B22 en B23 fietsers de toelating geven om de rode verkeerslichten te negeren in bepaalde omstandigheden, maar dat vergt ook bijkomende aandacht van bus- en touringcarchauffeurs.

Extra voorzichtigheid op de openbare weg is bijgevolg verplicht. Soms blijf je dus beter achter de fietser rijden; zo behoud je het zicht op de fietser en breng je hem ook niet in gevaar. In fietszones ben je overigens verplicht om achter de fietser te blijven rijden.

Benjamin Durie

Meer dan potentieel gevaarlijke plaatsen op vaste lijnen

Lijnbuschauffeurs die meestal een vast traject volgen, kennen de potentieel gevaarlijke plaatsen en zijn soms minder aandachtig voor andere locaties. Ook verslapt hun aandacht al eens wanneer hun ritplanning en dienstregeling in het gedrang komt.

Buschauffeurs worden tijdens hun opleiding meestal wel geïnformeerd over het rijden in bebouwde kommen waar menig fietser aanwezig is. Omdat zij iets lager zitten dan een autocarchauffeur hebben zij een goed uitzicht via de zijramen. Maar, waarschuwen de instructeurs, dat uitzicht kan worden belemmerd door staande reizigers wanneer de bus vol zit.

Stadsverkeer is vergelijkbaar met een speelplaats waarin de bus zich beweegt tussen alle andere weggebruikers. Fietsers bevinden zich zeer dicht bij de voertuigen waardoor het opletten is wanneer men laveert binnen of buiten het rijvak, de busbaan of de busstrook. Aan de vele haltes worden de deuren regelmatig geopend om passagiers te laten in- en uitstappen en moet er worden opgelet wanneer men de halte verlaat.

Lijnbuschauffeurs in landelijke regio’s moeten op hun traject vaak rekening houden met wielertoeristen die hun eigen gewoonten en rijgedrag op de weg hebben.

Autocarchauffeurs moeten uitkijken voor minder vertrouwde situaties

Ook voor autocarchauffeurs is het voortdurend uitkijken naar fietsers op gewest- en hoofdwegen. Chauffeurs zijn vaak minder vertrouwd met dergelijke wegen. Tweewielers rijden er vaak op zeer smalle afgebakende fietspaden, ook wel ‘moordstrookjes’ genoemd. Soms moeten zij onverwacht uitwijken voor putten, afval of obstakels op de rand van de rijbaan.

De autocarchauffeur zit weliswaar hoger en heeft een beter zicht wat hem toelaat om beter te anticiperen. Het uitzicht door de zijramen is evenwel beperkter.

Dikwijls is de autocar ook wat langer dan een standaard-stadsbus waardoor men iets meer ruimte nodig heeft om te manoeuvreren.

Iets ‘cooler’ en iets minder snel rijden creëert niet alleen een aangenamer rijcomfort voor de passagiers, het geeft je ook iets meer tijd om alle andere weggebruikers gade te slaan en de verkeerssituatie beter in te schatten.

Opletten voor speedpedelecs

Elektrische fietsen en speedpedelecs begeven zich verraderlijk sneller in het verkeer dan een klassieke fiets. Speedpedelecs naderen veel sneller dan de bus- of autocarchauffeur denkt. Men denkt te gemakkelijk dat men nog tijd heeft om af te slaan of weg te rijden, maar uiteindelijk is dit niet het geval. Hun snelheid vormt ook een probleem bij het inhalen. Wij stellen ons voor dat wij hen in een zeer korte tijd kunnen inhalen, maar uiteindelijk duurt dat langer dan gedacht en ontstaat het risico dat je een tegenligger hindert.

Technologische hulpmiddelen

Nieuwe bussen en autocars zijn vaak voorzien van technologische hulpmiddelen zoals dode hoekcamera’s of sensoren in de zijflanken die voetgangers, fietsers en uiteenlopende obstakels detecteren. Schakel deze systemen niet uit!