
Op bezoek bij busexpert Charles Smits (deel 1/2)
Terugblik op zijn carrière en de evolutie van de privé-bussector in België
Deel dit artikel met uw collega's
Fier poseert Charles Smits met de Krugerbus waarmee hij zelf gereden heeft voor een bijzondere opdracht.
Veertig jaar met plezier als buschauffeur gereden
Vijftig jaar is Charles Smits al secretaris van FBAA-Antwerpen. Veertig jaar reed hij op verschillende trajecten, eerst tussen Antwerpen, Kontich en Duffel en vervolgens op lijnen ten noorden van Antwerpen en naar Nederland. “In die veertig jaar heb ik altijd met plezier gereden en dat op alle routes en met verschillende bussen”, stelt Charles Smits die samen met het bestuur FBAA-Antwerpen uitbouwde tot de actieve vereniging die het nu is.
Charles Smits zette als 19-jarige op 25 juni 1965 zijn eerste stappen in de bussector. Hij begon er als ‘ontvanger’ bij busbedrijf De Voecht uit Kontich. “Bij hen heb ik met een bus leren rijden. Je mag dat geenszins vergelijken met de hedendaagse opleiding. Wij moesten vanaf het begin op de lijn leren rijden, met reizigers aan boord en tijdens de normale dienstregeling. Zo ben ik reserve-chauffeur geworden op de lijn 295 Antwerpen-Kontich/Waarloos en Antwerpen-Duffel. Die lijn werd gereden met ‘groene’ NMBS-bussen van De Voecht uit Kontich en van Ramael uit Mortsel. Beide bedrijven liggen overigens aan de basis van het latere Van Rompaye (nu Keolis) in Edegem”.
Rijden voor Buurtspoorwegen en De Lijn
“Toen in 1971 duidelijk werd dat De Voecht verkocht zou worden, ben ik toevallig in contact gekomen met de NMVB-Buurtspoorwegen. Ik had een technische panne op de Rooseveltplaats in Antwerpen en moest water bijvullen. Op zoek naar water en een gieter werd ik geholpen door de controledienst van de Buurtspoorwegen. In hun lokaal zag ik een affiche hangen dat zij chauffeurs zochten en zo ben ik bij hen terecht gekomen. Tot aan mijn pensioen in 2003 heb ik gereden op diverse lijnen ten noorden van Antwerpen, eerst voor de Buurtspoorwegen en vanaf 1991 voor De Lijn”, geeft Charles Smits aan.
“Ik heb ook op grensoverschrijdende lijnen gereden. Met een lijndienst Antwerpen-Eindhoven wou men dagjesmensen aantrekken evenals Belgische werknemers die aldaar bij Daf of Philips werkten. Met 550 Belgische frank (ca. 13,5 euro) voor een retourticket was de ticketprijs buitensporig hoog waardoor de lijn Antwerpen-Eindhoven geen succes werd. De buslijn Hulst-Antwerpen-Breda, die in samenwerking met het Nederlandse BBA werd gereden, was wel succesvol. De lijn was er gekomen na de watersnoodramp van 1953 en vormde een alternatieve verbinding die Nederlandse jongeren uit Zeeuws-Vlaanderen de kans gaf om te gaan studeren in Breda of verderop in Nijmegen”.

Geen veertigmaal tegen mijn zin gereden
“Ik heb 40 jaar met een bus gereden, met verschillende voertuigen en op diverse trajecten maar ik heb dat geen veertigmaal tegen mijn zin gedaan”, zegt Charles Smits. Gestart als ontvanger op een Brossel Twin Coach uit 1954 reed hij spoedig met een Van Hool Fiat 682. Ramael reed met Brossel Scania en Van Hool Fiat, bij De Voecht reden wij met Brossel Guy, Van Hool Fiat 682 en Van Hool Daf. Bij de Brossel bevond het motorblok zich onder de vlakke vloer terwijl het zich bij de Van Hool Fiat 682 vooraan in de bus bevond.
“Kenmerkend voor die Twin Coach-bussen waren de twee blauwe hoorns vooraan op het dak. Die hoorns verwezen naar de blauwe onderkleur die de bussen van De Voecht vroeger hadden”, verduidelijkt Charles Smits. “Toen De Voecht in 1955 voor de NMBS is gaan rijden, werd de blauwe onderkleur vervangen door het NMBS-groen maar de ‘hoorns’ bleven blauw. Kruger dat met gelijkaardige bussen reed tussen Antwerpen en Lier had groene hoorns. Andere ondernemers reden dan weer met witte hoorns. Dankzij die hoorns konden reizigers ‘hun’ bus vanop afstand herkennen”.
“Met de Van Hool Fiat 682 in diverse uitvoeringen heb ik heel veel kilometers gereden, net zoals met een Van Hool Daf en een Berkhof Jonckheere Volvo. Op de lijnen naar Nederland reed ik met een LAG Panoramic. Weet je, een bus is een bus. Een echte chauffeur moet met alle bussen kunnen rijden. Vroeger moest je wel goed naar het motorgeluid luisteren om correct te kunnen schakelen. Het was ook niet altijd eenvoudig om geleidelijk, zacht en zonder schokken te remmen of te accelereren”.



